Hoe kunnen we je helpen?

Wat is een stichting met een ANBI-status: wat is dat?

Wat is een stichting met een ANBI-status: wat is dat?

We weten allemaal wat een stichting is en doet. Wellicht heeft u weleens een stichting met een zogenoemde ANBI-status voorbij zien komen. Wat dat precies inhoudt, is minder bekend. 

Toch maar even voor de zekerheid: een stichting is een rechtspersoon die géén winst hoeft te maken, maar in plaats daarvan een sociaal of maatschappelijk doel probeert te realiseren. Een beetje ideologisch dus, hoewel dat niet altijd het geval hoeft te zijn. 

Wat is een ANBI-status? 
Wanneer een stichting inderdaad zo’n maatschappelijk of sociaal doel heeft, kan het zo zijn dat ze recht heeft op een ANBI-status. ANBI staat voor Algemeen Nut Beogende Instelling. 

Wanneer krijgt een stichting een ANBI-status? 
Die naam verklapt al een beetje wat de status inhoudt: hij wordt toegekend aan stichtingen die het algemeen nut dienen. Dat is het geval wanneer de stichting in kwestie zich inzet voor het belang van praktisch iedereen. 

De Belastingdienst heeft een aantal eisen opgesteld waaraan stichtingen moeten voldoen, willen ze in aanmerking komen voor de ANBI-status. Zo mag de instelling geen winstoogmerk hebben, moet het voor minstens 90% het algemeen belang dienen (de zogenoemde 90%-eis) en moeten alle betrokkenen bij de stichting voldoen aan bepaalde integriteitseisen. 
 
Wat zijn de voordelen van deze status? 
Een ANBI-status heeft verschillende voordelen. Bestuurders van een dergelijke stichting zijn bijvoorbeeld slechts beperkt aansprakelijkheid. Donateurs mogen eventuele giften aftrekken bij de inkomstenbelasting. En een stichting met een ANBI-status betaalt géén schenk- of erfbelasting. 

Zijn er ook nadelen? 
Nadelen zijn er echter ook. Het kost vooral veel tijd om zo’n stichting te realiseren. De aanvraag duurt even en het kan soms knap lastig zijn om de 90%-eis in de praktijk te brengen. Eigenaren hebben bovendien een publicatieverplichting. 

Hoeveel winst mag een stichting eigenlijk maken?

Hoeveel winst mag een stichting eigenlijk maken?

Stichtingen dienen sociale en maatschappelijke doelen. Het is dan ook niet hun doel om winst te maken. Maar mag dit theoretisch gezien wel? We leggen u het hieronder uit.

De meeste stichtingen hoeven geen winst te maken. Dat betekent echter niet dat het niet is toegestaan om geld te verdienen. Stichtingen mogen zelfs, net als alle andere rechtsvormen, winst maken.

Het verschil met andere bedrijfssoorten is dat een stichting deze winst wél moet inzetten ten behoeve van haar doelen. Het is niet toegestaan om de winst in te zetten voor commerciële doelen.

Voorbeeldsituatie
Stel – er is stichting die lesmaterialen maakt voor het basisonderwijs. Ze vragen daar geld voor, maar dat is puur bedoeld om de kosten voor de productie van de materialen te dekken. Onze fictieve stichting heeft namelijk als sociaal doel om zoveel mogelijk kinderen met een leerachterstand te helpen met hoofdrekenen – door middel van de lesm aterialen.

Nu blijkt er plotseling veel meer interesse te zijn in de lesmaterialen dan initieel gedacht. De stichting ontvangt daardoor niet alleen genoeg inkomsten om de kosten te dekken, maar houdt zelfs geld over. Met andere woorden: ze maken winst.

Een besloten vennootschap had dit mogen uitkeren aan haar bestuurders, maar dat is in het geval van de stichting niet toegestaan. Zij moeten dit bedrag uitkeren aan een sociaal doel: iets dat is te verantwoorden aan de Belastingdienst.

Betekent dit dat de bestuurders dan helemaal geen extraatje kunnen krijgen? Dat niet. Ze kunnen het geld namelijk wel uitkeren in de vorm van een onkostenvergoeding.

Maximale winst
Tot slot het antwoord op de titel van dit artikel: hoeveel winst mag een stichting eigenlijk maken?

Het antwoord: zoveel als ieder ander bedrijf. Het verschil zit hem namelijk in hoe deze winst wordt ingezet.

Omgaan met de AVG: zo zorgt u als vereniging voor een juiste persoonsgegevensverwerking

Omgaan met de AVG: zo zorgt u als vereniging voor een juiste persoonsgegevensverwerking

Verenigingen krijgen hoe dan ook te maken met personen en dus met persoonsgegevens. De verwerking hiervan moet voldoen aan de AVG: de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

Stel: u bent actief in het bestuur van een plaatselijke voetbalvereniging. Dat houdt in dat u te maken krijgt met een ledenadministratie. Alle leden van de club moeten tenslotte ergens worden vastgelegd. Zo’n administratie bevat dus in ieder geval de naam- en adresgegevens van alle spelers.

Punt is – het is niet toegestaan om dit soort gegevens zomaar lukraak ergens op te slaan. Dit moet privacy-proof gebeuren. De AVG ziet erop toe dat dit ook daadwerkelijk gebeurt.

Hoe sla ik gegevens op volgens de normen van de AVG? Voldoen aan de AVG?
Stel uzelf dan in ieder geval déze vijf vragen voordat u aan de slag gaat met persoonsgegevensverwerking.

1. Met welke persoonsgegevens heb ik te maken?
Zijn dat enkel naam- en adresgegevens? Of komt er ook info over bijvoorbeeld iemands gezondheid om de hoek kijken?

In dat laatste geval spreken we van bijzondere persoonsgegevens. Daar zijn wettelijke uitzonderingen voor nodig.

2. Wat is mijn reden achter de persoonsgegevensverwerking?
U mag deze gegevens alleen opslaan en verwerken als dat écht nodig is. Dit noemen we de grondslag. Ga dus voor uzelf na of uw grondslag geldig is.

3. Heb ik extraatjes nodig?
Sommige verenigingen moeten bijvoorbeeld verplicht gebruikmaken van een functionaris gegevensbescherming – of een DPIA: een Data Protector Impact Assessment. Dat is het geval wanneer er een hoog privacyrisico bestaat.

Check de website van de Kamer van Koophandel om te bepalen of dit in uw geval zo is.

4. Heb ik alles goed beveiligd?
Persoonsgegevens moeten technisch goed beveiligd zijn, bijvoorbeeld op een afgeschermd deel van het intranet. Ga na of dit het geval is.

5. Voldoe ik aan de informatieplicht?
De informatieplicht eist dat u leden op de hoogte brengt van een het feit dat hun gegevens worden bewaard. Dat kan bijvoorbeeld met een privacyverklaring in makkelijke taal.

Goed nieuws: stichtingen en verenigingen mogen weer een ING-rekening openen

Goed nieuws: stichtingen en verenigingen mogen weer een ING-rekening openen

De bank ING had dit enige tijd verboden, maar staat verenigingen en stichtingen nu opnieuw toe als klanten. Hoe dit kan en waarom dit verbod er überhaupt was? We leggen u het hieronder uit. 

Even terug naar augustus in het jaar 2022. De ING maakte in die maand bekend voorlopig géén stichtingen en verenigingen meer als klanten aan te nemen. Niet omdat ze dat niet leuk vonden, maar omdat dit veel risico met zich meebracht. 

Dat zit als volgt. De ING is het wettelijk verplicht om grondig onderzoek te doen naar haar klanten. Dit om praktijken als witwasserij tegen te gaan. Dat kostte, volgens de ING zelf, in iedere situatie veel tijd, maar relatief nóg meer tijd in het geval van stichtingen en verenigingen. 

Bankrekeningen geopend door stichtingen en verenigingen zijn volgens de ING namelijk veel vaker creaties van criminelen. Dat leidde tot nóg grondigere onderzoeken – en daar had de ING dan weer géén capaciteit voor. 

Hoe ziet de situatie er nu uit? 
Maar goed. Dat was toen. 

Het is inmiddels ook voor stichtingen en verenigingen weer mogelijk om een ING-rekening te openen. Of het wordt mogelijk – moeten we eigenlijk zeggen. Vanaf 1 juni zijn ze weer welkom bij de traditionele grootbank. 

Dat komt omdat de ING nu maatregelen heeft genomen om deze onderzoeken invulling te geven. De bank heeft bijvoorbeeld haar personeel voldoende ingewerkt om de nodige veiligheidsmaatregelen te treffen. 

Dat moest in principe al eerder gebeuren, want de bank wilde eigenlijk eind 2022 alweer stichtingen en verenigingen verwelkomen. Dat is misschien niet gelukt, maar het is in ieder geval goed nieuws dat de hervatting binnenkort alsnog mogelijk is. 

Bron: NOS 

 

Schulden namens een vereniging: wat moet ik doen?

Schulden namens een vereniging: wat moet ik doen?

Een vereniging mag dan geen winstoogmerk hebben; dat betekent niet dat u bent gevrijwaard van mogelijke schulden. Hier zitten echter wel een aantal haken en ogen aan. We vertellen u hieronder wat u kunt verwachten wanneer u namens een vereniging schulden heeft.

We beginnen daarvoor bij het feit dat een vereniging een rechtspersoon is. Dit houdt in dat bestuurders van een vereniging in wezen niet zelf aansprakelijk zijn voor de schulden van een vereniging. Met andere woorden: heeft een vereniging schulden, dan kunnen schuldeisers géén aanspraak maken op uw privé-eigendom. Dit is bijvoorbeeld wél het geval bij een eenmanszaak.

Dat verandert echter wanneer uw verenging nog niet is ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK). Het verandert ook wanneer er sprake is van wanbestuur. U kunt dan alsnog privé aansprakelijk worden gehouden.

Faillissementen
Resulteert een schuld in het ergste geval in een faillissement? Dan heeft u verschillende opties. Het hangt er daarbij vanaf of u het faillissement zelf heeft aangevraagd óf iemand anders dit voor u heeft gedaan. Een faillissement vraagt u in de meeste gevallen zelf aan. U heeft dan drie opties: een daadwerkelijk faillissement, een minnelijk traject waarna de onderneming in aangepaste vorm door kan óf een reorganisatieakkoord.

Is het faillissement van uw vereniging echter door iemand anders aangevraagd? Onderneem dan zo snel mogelijk actie, zodat u binnen afzienbare tijd kunt overschakelen op een eventueel verweer.

Handelsregister
Het helpt dus in alle gevallen om uw vereniging in te schrijven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Dit voorkomt namelijk dat u privé aansprakelijk kan worden gehouden door schulden die namens de vereniging ontstaan, tenzij u wanbestuur pleegt

 

Verenigingen en de AVG: 5 dingen waar je op moet letten

Verenigingen en de AVG: 5 dingen waar je op moet letten

De AVG – de Algemene Verordening Gegevensbescherming – is de in Nederland van kracht zijnde privacywetgeving. En deze wetgeving heeft nogal wat gevolgen voor eigenaren van stichtingen en verenigingen. We geven je vijf tips die je helpen de AVG goed op orde te houden.

1. Ga zorgvuldig om met je ledenadministratie
Dit bestand bevat persoonsgegevens van de leden van je stichting. Voorbeelden daarvan zijn namen, e-mailadressen en eventuele betaalgegevens.

Let er hierbij goed op dat je alléén gegevens vastlegt die noodzakelijk zijn voor het lidmaatschap van de persoon in kwestie. Het is namelijk niet toegestaan om andere gegevens vast te leggen in je ledenadministratie.

2. Deel niet zomaar een ledenlijst
Zelfs wanneer je ledenadministratie uitsluitend noodzakelijke gegevens bevat, is het verboden om deze zomaar te delen met andere leden. Dit mag alleen wanneer je daar een zogenoemd gerechtvaardigd belang bij hebt. Dat is bijvoorbeeld het geval als andere leden deze gegevens ook daadwerkelijk nodig hebben.

3. Publiceer niet zomaar filmpjes en video’s
Dit kan namelijk de privacy van je leden aantasten. Zorg daarom altijd dat je toestemming hebt voor het plaatsen van beelden. Laat leden daarbij ook weten waar en waarom de beelden worden gepubliceerd.

4. Regel toestemming wanneer je persoonsgegevens aan derden doorgeeft
Het is bijvoorbeeld niet zomaar toegestaan om persoonsgegevens aan sponsors te geven. Je mag deze alléén gebruiken voor het doel waarvoor je ze hebt verzameld. Leden moeten bovendien de kans krijgen hun toestemming terug te trekken.

5. Geef persoonsgegevens wél door aan de gemeente
Althans – als ze daar om vragen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een subsidieaanvraag. En dan mag het vanzelfsprekend wel.

Bron: Kamer van Koophandel

 

Waarom banken massaal goede doelen weigeren

Waarom banken massaal goede doelen weigeren

Het zal u maar gebeuren: met sympathieke bedoelingen een goed doel starten en vervolgens ontdekken dat een bankrekening er voor u niet in zit. Toch is dat wat er momenteel op relatief grote schaal gebeurt. 

Dat meldt RTL Nieuws na een onderzoek. Hieruit bleek dat onder meer een inzamelingsactie voor MS-patiënten en een regionaal comité voor 4 en 5 mei géén bankrekening konden krijgen bij meerdere grootbanken. 

Waarom weigeren banken goede doelen? 
Het klopt inderdaad dat banken terughoudend zijn met het aannemen van stichtingen en verenigingen als nieuwe klanten. Dit heeft grotendeels te maken met de relatief hoge risicofactor die deze bedrijfsconstructies met zich meebrengen. Banken zien bijvoorbeeld dat witwassen vaker gebeurt binnen stichtingen en verenigingen.  

De oorzaak daarvan ligt wellicht in het feit dat stichtingen en verenigingen minder jaarcijfers hoeven te overleggen dan bijvoorbeeld een zzp’er. Minder verplichte transparantie maakt de kans op ongewenste witwaspraktijken een stuk groter. 

Heeft de wet hier iets mee te maken? 
De oorzaak ligt echter niet alleen bij de banken zelf. Dit heeft ook te maken met de Wwft – de Wet ter voorkoming van Witwassen en het Financieren van Terrorisme. Deze verplicht banken grootschalig onderzoek te doen naar klanten waarin veel contant geld omgaat, zoals bij stichtingen en verenigingen veel het geval is. 

Dit noopt banken tot het doen van uitvoerige onderzoeken naar de stichtingen en verenigingen die zich als klant bij hen aanmelden. Deze onderzoeken kosten tijd en dus geld, waardoor een stichting of vereniging als nieuwe klant niet altijd rendabel is. De ING heeft daarom al in augustus van dit jaar laten weten in 2022 géén stichtingen en verenigingen meer aan te nemen. 

Komt hier verandering in? 
Mogelijk komt er binnenkort wél een oplossing voor de onwenselijke situatie. De banken kijken momenteel namelijk gezamenlijk naar hoe de risico’s beter kunnen worden onderzocht. Dit moet vanaf volgend jaar voor verbetering zorgen. 

Bron: RTL Nieuws

Met welke belastingen komen stichtingen en verenigingen in aanraking?

Met welke belastingen komen stichtingen en verenigingen in aanraking?

Belastingen zijn er uiteraard ook voor stichtingen en verenigingen. Met name drie zijn voor deze organisaties relevant. Hieronder leest u welke. 

  1. Omzetbelasting
    Stichtingen en verenigingen kunnen, net als iedere andere onderneming, btw-plichtig zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een voetbalvereniging die trainingen en wedstrijden verzorgt voor leden die daarvoor contributie betalen. Een andere voorbeeld is een stichting voor natuurbehoud die lezingen organiseert voor leden en daarvoor entree vraagt. 
  1. Vennootschapsbelasting
    Het is óók mogelijk dat een stichting of vereniging belasting moet betalen over de winst. Dit is het geval wanneer de stichting of vereniging in kwestie een onderneming drijft. Zij betalen dan de zogenoemde vennootschapsbelasting.
    U drijft een onderneming wanneer niet-leden van een stichting óók gebruik kunnen maken van de diensten – tegen betaling, uiteraard. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een voetbalvereniging waarbij ook niet-leden kunnen meetrainen – of wanneer een stichting voor natuurbehoud iedereen tegenover een betaling toelaat bij zijn lezingen.
    Let wel: het hoeft niet per se zo te zijn dat u vennootschapsbelasting moet betalen. Sommige stichtingen en verenigingen zijn namelijk vrijgesteld hiervan. Bekijk de website van de Belastingdienst om te checken of u hiervoor in aanmerking komt. 
  1. Loonheffingen
    Loonheffingen zijn ook vormen van belasting – en wederom ontspringen stichtingen en verenigingen de dans niet. Ze ontkomen er bijvoorbeeld niet aan wanneer ze werknemers in dienst hebben. Coaches, bijvoorbeeld. Of presentators voor die eerder genoemde lezingen.
    We spreken echter pas officieel van personeel wanneer de medewerker in kwestie wordt betaald, er een gezagsverhouding is tussen de stichting en de medewerker én deze medewerker het werk niet door iemand anders kan laten doen. 

Bron: Belastingdienst

KvK-phishing: zó herkent u het

KvK-phishing: zó herkent u het

De Kamer van Koophandel (KvK) waarschuwt stichtingen en verenigingen: er zijn neppe e-mails in omloop. Wat deze waarschuwingen precies inhouden? We vertellen het u hieronder.

Deze mails verwijzen naar zogenaamde events georganiseerd door de KvK. Events die in werkelijkheid helemaal niet plaatsvinden, maar waarvoor u wél onder andere uw bankgegevens moet afstaan. Een typisch gevalletje phishing, dus.

De mails, die dus helemaal niet zijn verzonden door de KvK, bevatten een QR-code die linkt naar informatiepagina’s over oriënterende informatiebijeenkomsten. De e-mails richten zich daarmee niet alleen op bestaande instanties, maar ook op stichtingen en verenigingen in wording.

Wat de mails bovendien zeer geloofwaardig maakt, is dat de échte Kamer van Koophandel wel degelijk soortgelijke events organiseert. Dit zijn de zogeheten KvK Start Events.

Een lastige situatie, dus.

Hoe herken ik een neppe mail?
Het is, ondanks dat de neppe mails er geloofwaardig uitzien, mogelijk om het kaf van het koren te scheiden. Dat doet u op deze twee manieren:
– Check de URL;
– Bekijk welke gegevens men vraagt.

Check de URL
Een mail van de Kamer van Koophandel linkt altijd naar www.KvK.nl – en niet naar iets anders. Gebeurt dat wel? Dan heeft u waarschijnlijk te maken met phishing.

Bekijk welke gegevens men vraagt
De KvK Start Events vragen enkel om wat basisinformatie. Fraudeurs hebben daarentegen veel meer info nodig. Je kunt een phishing-mail dus onder meer herkennen aan de vraag om een bankrekeningnummer.

Wat kan ik hieraan doen?
Voorkomen is natuurlijk altijd beter dan genezen. Klik daarom nooit zomaar op linkjes in mails en vul géén persoonlijke gegevens in. U kunt bovendien bij twijfel contact opnemen met de daadwerkelijke instantie – in dit geval dus de Kamer van Koophandel

Bron: BNNVARA

Stichtingen en verenigingen kunnen géén bankrekeningen meer aanvragen bij de ING

Stichtingen en verenigingen kunnen géén bankrekeningen meer aanvragen bij de ING

Dat heeft alles te maken met een witwasonderzoek waar de ING momenteel zijn handen aan vol heeft.

Het is voor stichtingen en verenigingen sinds 19 augustus 2022 niet meer mogelijk om een bankrekening bij de ING te openen. Dat meldt de NOS.

De reden hierachter is dat de bank heeft momenteel té druk heeft met controles op eventuele witwaspraktijken. Dat is dan weer een gevolg van een wet die het kredietverstrekkers als de ING verplicht om goed onderzoek te doen naar financieel-economische criminaliteit.

Onderzoek toonde aan dat grote banken dit onvoldoende deden. De ING zelf werd hier eveneens schuldig van bevonden. De bank trof daarvoor in 2018 een schikking met het Openbaar Ministerie. Kosten: 775 miljoen euro.

Vanaf 2023 weer welkom
Het is – wat dat betreft – logisch dat de bank meer middelen inzet voor een beter klantenonderzoek. Dit zijn echter zoveel middelen dat stichtingen en verenigingen daar nu de dupe van zijn. De bank heeft te weinig capaciteit om hen te helpen met nieuwe aanvragen voor een bankrekening.

Dat houdt niet in dat stichtingen en verenigingen helemaal niet meer welkom zijn. Verwacht wordt dat ze ergens in het eerste kwartaal van 2023 gewoon weer bediend kunnen worden.

Meer kosten
De kosten gaan dan wel omhoog – en ook dat heeft te maken met het klantenonderzoek. De kosten hiervan worden namelijk doorberekend aan ING-klanten. Stichtingen en verenigingen betalen vanaf september €7,50 per maand voor het klantenonderzoek. Dat is hetzelfde bedrag als bv’s, coöperaties en kerkgenootschappen betalen.

Eenmanszaken, vennootschappen onder firma en maatschappen zijn overigens uitgezonderd van de regel. Zij betalen niet mee aan het klantenonderzoek.

Bron: NOS